Gegevens worden bewaard in bestandssystemen. Deze bestandssytemen kunnen op verschillende wijze met de computer verbonden zijn, vaste verbinding (in de computer), via een poort (USB...) of via een netwerkaansluiting. Al deze deze bestandssystemen worden aan de computer gekoppeld met het mount commando, loskoppelen gebeurt met het umount commando.

Het mount commando.

# mount -t <type> <bron> <map> <[opties]>

Voor een overzicht van parameters en opties, kan je het commando mount --help gebruiken.
Zie ook het man mount commando voor de gedetaileerde uitleg (engelstalig). Tekst vertaald met translate.google.com

In de gnu/linux distributie MX_Linux is een grafisch hulpprogramma toegevoegd om de aanpassingen van het fstab bestand te kunnen doen met het programma Disk Manager.
disk manager
Op youtube wordt het programma besproken Disk Manager [EN] .

Het umount commando.

# umount [opties] <bron> | <map>

Om een bestandssysteem te ontkoppelen, moet het umount commando gebruikt worden. Om het te ontkoppelen bestandssysteem aan te geven kan ofwel de bron ofwel de map als argument gegeven worden.

Enkele van de mogelijke opties:

Voor een overzicht van parameters en opties, kan je het commando umount --help gebruiken.
Zie ook het man umount commando voor de gedetaileerde uitleg (engelstalig). Tekst vertaald met translate.google.com

Het fstab bestand.

Het /etc/fstab bestand bevat de definities van de bestandssystemen die bij het opstarten moeten gekoppeld worden.
Elke lijn uit het bestand bevat ofwel commentaar ofwel de gegevens nodig om een bestandssysteem te koppelen.
De verschillende parameters zijn van elkaar gescheiden door 1 of meerdere staties of tabulaties.
Meestal zullen er al een aantal lijnen in het bestand geplaatst zijn door het installatie programma (het root / bestandssysteem en indien aktief, het swap bestandssysteem.
Dit bestand kan alleen aangepast worden door de beheerder (root gebruiker).

Een voorbeeld lijn uit het fstab bestand:

/dev/sda3 /home ext4 defaults 0 0

Zie het man fstab commando voor de gedetaileerde uitleg (engelstalig). Tekst vertaald met translate.google.com

Een ISO bestand koppelen.

Het ISO-bestand is een bestand (met de extensie .iso) dat een niet-gecomprimeerd archiefschijfkopiebestand met als inhoud de volledige gegevens van een optische schijf, zoals een cd of dvd.
Beschrijving van het ISO bestandssysteem (nederlands kan geselecteerd worden).

# mount -o loop -t iso9660 ./openmediavault_5.6.13-amd64.iso /mnt/iso

Om te ontkoppelen :

# umount /mnt/iso

Een schijfkopie (disc image) koppelen.

Een schijfkopie bestand bevat een kopie van een volledige schijf met partitietabel en bestandssystemen. Beschrijving van het IMG bestandstype (nederlands kan geselecteerd worden).

Om de indeling (partitietabel en bestandssystemen) van een schijfbestand (een .img bestand) te bepalen, moet men eerst zelf de inhoud ervan analyseren, en de juiste parameters gebruiken.

  1. Met het programma fdisk bepalen we de indeling van het schijfbestand.
    karel@HP-Laptop:~> sudo fdisk -l easy-4.5-amd64.img 
    Schijf easy-4.5-amd64.img: 825 MiB, 865075200 bytes, 1689600 sectoren
    Eenheid: sectoren van 1 * 512 = 512 bytes
    Sectorgrootte (logisch/fysiek): 512 bytes / 512 bytes
    In-/uitvoergrootte (minimaal/optimaal): 512 bytes / 512 bytes
    Schijflabeltype: dos
    Schijf-ID: 0x83689326
    
    Apparaat            Op. Begin   Einde Sectoren Grootte ID Type
    easy-4.5-amd64.img1 *    2048   16383    14336      7M ef EFI (FAT-12/16/32)
    easy-4.5-amd64.img2     16384 1687551  1671168    816M 83 Linux
    
  2. Dan moet de plaats in het bestandssyteem bepaald worden, het begin ervan (= sectorgrootte * begin-offset) en de grootte (= sectorgrootte * aantal-sectoren)
    De berekeningen worden door de bash shell uitgevoerd, de syntax hiervoor is als volgt: $((512*2048)), deze code berekend de start positie voor de eerste partitie.
    Met het programma losetup wordt een standssysteem gekoppeld met èèn van de lus toestellen (loop device).
    karel@HP-Laptop:~> sudo losetup --offset=$((512*2048))  --sizelimit=$((512*14336))   --sector-size=512 --find easy-4.5-amd64.img
    karel@HP-Laptop:~> sudo losetup --offset=$((512*16384)) --sizelimit=$((512*1671168)) --sector-size=512 --find easy-4.5-amd64.img
    
  3. Met het programma losetup --all kan men bepalen welke lus toestellen de kernel gebruikt heeft.
    karel@HP-Laptop:~> sudo losetup --all
    /dev/loop1: [66309]:1340409 (/home/karel/easy-4.5-amd64.img), beginpunt 8388608, maximale grootte 855638016
    /dev/loop0: [66309]:1340409 (/home/karel/easy-4.5-amd64.img), beginpunt 1048576, maximale grootte 7340032
    
    Het lus toestel /dev/loop0 is gekoppeld aan de eerste partitie uit het bestand (easy-5.4-amd64.img),
    Het lus toestel /dev/loop1 is gekoppeld aan de tweede partitie uit het bestand (easy-5.4-amd64.img).
    Om de lus toestellen te ontkoppelen, gebruikt men volgend commando: sudo losetup detach-all
  4. Als laatste stap wordt het mount commando gebruikt om de lus toestellen in een map te koppelen.
    karel@HP-Laptop:~> sudo mount /dev/loop0 /mnt/img1
    karel@HP-Laptop:~> sudo mount /dev/loop1 /mnt/img2
    

    Nota : Vermits het mount commando het bestandssysteem automatisch kan bepalen, is de -t optie is niet noodzakelijk.

Nota : Zoals uit de voorbeeld code blijkt, moeten fdisk, losetup, mount als umount als root worden uitgevoerd. In het voorbeeld zijn deze commandos altijd voorafgegaan door sudo.



Artikel over mount, umount ... : [EN] How to Mount and Unmount Storage Devices from the Linux Terminal

Terug naar Home